Het financieringslandschap in Oost-Afrika verandert snel. Gezien de zwakke economische situatie van de regio is er altijd een sterke reden geweest voor hulp- en humanitaire programma's. Veel subsidies van bilaterale en multilaterale agentschappen en stichtingen bereiken de regio. Veel subsidies van bilaterale en multilaterale agentschappen en stichtingen bereiken de regio. Traditioneel richten ze zich op armoedebestrijding, landbouw en gezondheid en tot op zekere hoogte op sociale ontwikkeling, bestuur en democratie.
Sinds 2011 zijn de traditionele hulpstromen afgenomen. Dit is grotendeels het gevolg van een pan-Afrikaanse beleidsverschuiving waarbij wordt erkend dat hulp op de korte tot middellange termijn weliswaar belangrijk is, maar op de lange termijn niet duurzaam. Afrikaanse landen ontwikkelen nu beleid dat hun afhankelijkheid van hulp vermindert en intensiveren tegelijkertijd de mobilisatie van binnenlandse middelen, strategieën voor overmakingen door diaspora en zuid-zuid-samenwerking.
De evenwichtsoefening bij donorfinanciering
Gezien de geringe stroom subsidies in de regio kiezen overheden, de particuliere sector en maatschappelijke organisaties voor andere instrumenten, zoals groene obligaties en leningen, duurzaamheidsobligaties en schuld-voor-klimaatruil. Schuld is ook een opkomende nieuwe financieringsbron voor Oost-Afrika. Landen in de regio, vooral die met een gezondere economie, lenen nu van grote financiële instellingen of rechtstreeks op de internationale kapitaalmarkten. In deze context verstrekken donoren liever concessionele leningen - leningen tegen gunstigere voorwaarden dan op de markt - dan giften. De schuld/BBP-ratio voor Oost-Afrika is gestaag toegenomen van 54% in 2014 tot 83,5% in 2020.
Door de toenemende overheidsschuld en de onzekerheid over de hulp, speelt de particuliere sector nu een belangrijke rol in de financiering. De belangrijkste actoren in de particuliere sector zijn bedrijfsstichtingen, commerciële banken, ontwikkelingsbanken, financiële markten, privaat-publieke partnerschappen, angel investments en aandelenkapitaal.
Het financieringslandschap in de regio verandert ook wat betreft de prioriteitsgebieden. Meer subsidies en concessionele leningen zijn nu gericht op infrastructuur en noodsituaties. Infrastructuurontwikkeling nam de afgelopen vijf jaar 43% van de officiële ontwikkelingshulp in beslag. Ten slotte heeft er ook een verschuiving plaatsgevonden van de traditionele donoren van de landen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) naar donoren buiten de OESO, met name China. Hoewel de ODA van de OESO-landen over het algemeen nog steeds hoger is, neemt de Chinese hulp aan Afrika volgens de Wereldbank sinds 2013 geleidelijk toe.
Hoe te reageren op de veranderingen in financiering in Oost-Afrika
Alles bij elkaar betekent dit dat veel overheidsinstellingen en I/NGO's nu zwaar concurreren om subsidies of andere financiële hulp. Om in leven te blijven is het noodzakelijk om je financieringsstrategieën en -plannen af te stemmen op de nieuwe realiteit. Het diversifiëren van je financieringsbasis is essentieel. Maar ben je je bewust van de vele nieuwe financieringsmogelijkheden? Ben je in staat om je organisatie beter te laten aansluiten bij de doelen van de financier? Om financiering uit de privésector aan te boren. Het is niet langer een optie om te vertrouwen op traditionele donoroproepen en subsidies. Proactiviteit is de sleutel!
MDF Training en Consultancy kan helpen. We geven open-inloopcursussen en op maat gemaakte trainingen over het mobiliseren van middelen en fondsenwerving. Of we kunnen directe hulp bieden bij het co-ontwerpen van uw financieringsstrategieën. Neem contact met ons op via mdfesa@mdf.nl
Auteurs: Dr. James Njagu, Fondsenwervingsexpert en Trainer, MDF Training en Consultancy Oostelijk en Zuidelijk Afrika, en Susanne van Lieshout, Regionaal Directeur en Senior Trainer, MDF Training en Consultancy Oostelijk en Zuidelijk Afrika